Voldoende zoetwater op Terschelling
Terschelling - geheel door zee omringd - maakt zich zorgen over de zoetwatervoorziening. Blijft er voldoende zoet water voor alle inwoners en hoe richt je het watersysteem en landgebruik dan toekomstbestendig in? Deltares onderzoekt in samenwerking met andere partijen hoe het eiland zich kan wapenen tegen de effecten van klimaatverandering.
Bekijk de infographic
op desktop
Uitdagingen:
Proeftuin Terschelling in beeld
Omgaan met uitdagingen op een eiland onder klimaatverandering en zeespiegelstijging.
Kustgebieden en eilanden hebben te maken met verzilting en zoetwatertekorten, met gevolgen voor gebruikers zoals landbouw en natuur. Op Terschelling wordt door middel van meten, modelleren en veldproeven gezocht naar oplossingen.
Legenda
Oplossingen
Stakeholders
Het huidige watersysteem van Terschelling
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Klimaatverandering
Nederlandse zomers worden droger en warmer waardoor zoetwatertekorten vaker voorkomen. Tegelijkertijd worden winters natter waardoor ook moet worden nagedacht over wateroverlast.
Te veel en/of te weinig water
Met drogere zomers en nattere winters moet bij maatregelen de balans worden gezocht tussen water vasthouden en water afvoeren. Dat betekent dat het watersysteem moet worden aangepast.
Drinkwatervraag
De huidige drinkwaterbronnen staan onder druk. In de toekomst moet Terschelling mogelijk zelfvoorzienend zijn voor drinkwater waardoor nieuwe waterbronnen nodig zijn.
Zeespiegelstijging
De verwachting is dat de zeespiegelstijging in Nederland tot 2100 van 30 centimeter tot 1,2 meter kan oplopen. Terschelling is omringd door zee waardoor dit een groot effect heeft op het grondwatersysteem.
Verzilting
In de ondergrond komt brak en zout water voor, via kwel kan dit naar boven stromen. We verwachten dat dit in de toekomst op meer plekken gaat voorkomen.
Recreatie
Terschelling is als een van de Waddeneilanden een geliefde vakantieplek. Vakantieparken, campings en hotels leveren inkomsten voor het eiland. Strand en natuur zijn altijd dichtbij.
Beleid
Overheden nemen uiteindelijk besluiten over de inrichting van het landschap en watersysteem. Wat kan waar? Uiteindelijk moet er een afweging gemaakt tussen de verschillende belangen. Kennis is hierbij de basis.
Natuur
De duinen van Terschelling zijn een beschermd natuurgebied, maar ook de polder heeft een hoogwaardig agrarisch natuurlandschap, met name voor weidevogels.
Landbouw
Op Terschelling is melkveehouderij en daarmee het onderhouden van grasland de belangrijkste landbouwactiviteit. Agrarisch natuurbeheer is hierbij een belangrijk aspect.
Drinkwaterwinning
Op Terschelling wordt een deel van het drinkwater gewonnen uit de zoetwaterbel onder de duinen. Daarnaast wordt drinkwater via een wadleiding aangevoerd vanaf de vaste wal.
Onderbemaling
We willen zo veel mogelijk (zoet) water vasthouden op het eiland. Soms is er te veel water en is er (grond)wateroverlast. Op deze locatie houdt een camping droge voeten door middel van onderbemaling, waarmee het waterpeil wordt gestuurd. We meten het effect op de grondwaterstanden.
1
Waterwinning duinrand
Als de watervoorziening van Terschelling in de toekomst onafhankelijk moet worden van de vaste wal zijn extra bronnen nodig. Met het waterbedrijf onderzoeken we of en hoe er een win-win valt te behalen. Kunnen we wateroverlast voorkomen door overtollig water in de duinrand te gebruiken voor de drinkwaterproductie?
2
Verdienmodellen agrariërs
Om ook in de toekomst te kunnen blijven boeren hebben de agrariërs een robuust verdienmodel nodig. Wageningen UR onderzoekt de mogelijkheden binnen het huidige en het toekomstige watersysteem.
3
Monitoren biodiversiteit: weidevogels en insecten
Hogeschool Van Hall – Larenstein meet samen met de lokale Vogelwacht en de Vogelbescherming de hoeveelheid weidevogels en kuikens. De insecten meten we vanwege het belang als voedselbron voor de vogels.
4
Plas-dras proeven
Voor weidevogels worden plas-dras locaties ingericht waarbij met een zonnepomp natte plekken in een perceel worden gecreëerd. We monitoren het effect op biodiversiteit (insecten en weidevogels) en het watersysteem (grondwaterstanden en zoet en zout in de ondergrond).
5
Zilte teelt
Als de bodem sterk verzilt raakt kunnen niet meer alle groente worden geteelt. Met Stichting de Zilte Smaak worden zilte teelten als zeekraal en zee-aster getest. Deze producten worden al gebruikt in restaurants op Terschelling.
6
Grondwatermodel
Met rekenmodellen simuleren we het watersysteem van het eiland. We voorspellen vervolgens hoe het watersysteem in de toekomst verandert als gevolg van zeespiegelstijging en klimaatverandering.
7
Peilopzet
Op deze locatie werd het waterpeil kunst- matig laag gehouden. Met de boeren kijken we of de inrichting van het watersysteem anders en het waterpeil hoger kan zodat er minder problemen met droogte en zout zijn. We kunnen zo het zoete water langer vasthouden en het zout uit de wortelzone houden.
8
Monitoren (grond)waterstanden
In de hele polder monitoren we waterstanden, grondwaterstanden en zoutgehaltes van het water. We krijgen meer inzicht in de werking van het watersysteem, bepalen de effecten van de veldproeven en verbeteren ook het grondwatermodel van het eiland.
9
Hoogwaterblokken
In twee gebieden wordt het slootpeil rondom meerdere percelen verhoogd door stuwtjes en pompjes. Door langer zoet water vast te houden proberen we verzilting tegen te gaan en tegelijkertijd gunstige omstandigheden voor de natuur te creëren. We monitoren dit met een meetnet op polder en perceelschaal.
10
Grasopbrengst
Het hebben van graspercelen is belangrijk voor het voeren van de koeien op Terschelling. Samen met de aanpassingen aan het watersysteem willen we de grasopbrengst behouden of zelfs verbeteren. We krijgen inzicht door samen te werken en te meten met boeren.
11
Grasproeven
Met een grasveredelaar wordt in de praktijk getest welke soorten gras het best groeien onder droge en zoute omstandigheden. Dat doen ze door verschillende stroken per soort te testen. We doen metingen om te bepalen hoe droog en zout de ondergrond is.
12
Hoe blijf je zo onafhankelijk mogelijk van het vasteland? Het is een vraag die de Terschellinger al eeuwenlang bezighoudt. Het zit volgens Durk Holwerda van de provincie Fryslân - zelf een Fries - in de aard van de eilanders. ‘Ze willen zelfvoorzienend zijn en niet afhankelijk van het vasteland. Door de geïsoleerde ligging willen eilanders hun zaakjes zelf regelen.’
Maar het eiland is nog niet helemaal zelfvoorzienend en afhankelijk van een drinkwaterleiding van het vasteland. Weliswaar beschikt Terschelling over een eigen zoetwaterbel onder de duinen, maar door klimaatverandering wordt de zoetwatervoorziening van het eiland bedreigd. De zoetwaterbel drijft op zout water en als de zeespiegel stijgt, stijgt het zoute water, met alle gevolgen van dien voor de inwoners, landbouw en het toerisme. De droge zomers leiden tot een tekort aan zoet water, boeren krijgen last van natte, verzilte weidegebieden en campings hebben vaker wateroverlast.
Durk Holwerda
Gebiedscoördinator voor de Friese Waddeneilanden
Durk Holwerda
Durk Holwerda is vanuit de provincie Fryslân gebiedscoördinator voor de Friese Waddeneilanden. Vragen vanuit de gemeente, het waterschap of het mkb pakt hij integraal op. ‘Ik zorg ervoor dat vraag en aanbod bij elkaar komen.’
Het was reden voor de provincie Fryslân om een groot onderzoeksproject te starten, om uit te zoeken hoe het eiland zich kan wapenen tegen de effecten van klimaatverandering. Holwerda: ‘De provincie wilde een integraal waterplan opstellen. Dat sloot mooi aan bij het project van Deltares, Van Hall Larenstein en WUR, en dat leidde tot een win-win situatie. Het voortraject was spannend, want het is best een groot project met een lange looptijd van vier tot vijf jaar. Enerzijds moesten we de financiering rondkrijgen, een fase waar ook initiatiefnemers kunnen afhaken en dat vroeg veel tijd, energie en vasthoudendheid van iedereen. Maar het is gelukt om alle partijen bij elkaar te brengen en een goede begroting rond te krijgen.’
Zoutwater kwelderlandschap
Op Terschelling is de natuur altijd dichtbij
Het dorp West-Terschelling
Living Lab
Deltares, Van Hall Larenstein en WUR brengen de kennis in, onder andere topsectoren Deltatechnologie en AgriFood, het Waddenfonds en de Provincie Fryslân samen met eilandpartners zorgen voor de financiering. De aanpak van het project wijkt af van wat gebruikelijk is. Vrijwel alle partijen die op het eiland met water te maken hebben, spelen een belangrijke rol in het project. Holwerda: ‘Normaal gesproken zetten we als provincie op papier wat we willen bereiken en vragen de opdrachtnemers om dat uit te werken. Dat hebben we hier niet gedaan. We zijn zelf onderdeel van een groter en breder gedragen project, het Living Lab, waarin we samen kijken naar de problemen en oplossingen van het veranderende klimaat op Terschelling. Naast de kennisinstituten en overheden zitten onder andere campinghouders, boeren en vogelaars aan tafel. Theorie, praktijk en gevoeligheden komen hier samen. We stappen over onze eigen grenzen heen en zoeken gezamenlijk naar oplossingen. Het is speelser en onafhankelijker en dat werkt goed.’
Reageerbuisje voor eilanden
Mindert de Vries is een van de initiatiefnemers van het zoetwaterproject op Terschelling. Hij is zowel werkzaam voor Deltares als specialist integraal kustbeheer en als senior onderzoeker bij Van Hall Larenstein.
‘Vier jaar geleden ben ik dit project gestart. Aanleiding was een aantal bijeenkomsten van het LTO waar ik sprak over hoe...
Reageerbuisje voor eilanden
Mindert de Vries is een van de initiatiefnemers van het zoetwaterproject op Terschelling. Hij is zowel werkzaam voor Deltares als specialist integraal kustbeheer en als senior onderzoeker bij Van Hall Larenstein.
Mindert de Vries is van huis uit ecoloog en is gespecialiseerd in integraal kustbeheer door inzet van Nature Based Solutions (Als de insnoering teveel wordt) bij Deltares. Hij heeft uitgebreide kennis van ecologische aspecten, natuurherstel en de gevolgen van water- en sedimentverontreiniging voor soorten en ecosystemen. Hij is projectleider en initiatiefnemer geweest van vele modelstudies en experimenten met betrekking tot toepassing van NbS voor zoete en zoute watersystemen samen met Ecoshape partners en universiteiten. Inmiddels is hij werkpakketleider en coördinator van Europese projecten rond klimaatadaptatie van kusten en regio’s in nauwe samenwerking met provincies Friesland en Groningen.
‘Vier jaar geleden ben ik dit project gestart. Aanleiding was een aantal bijeenkomsten van het LTO waar ik sprak over hoe klimaatverandering de verzilting op de eilanden zal versterken. De boeren hadden in 2018 een heel droog jaar meegemaakt en gaven aan dat ze last hadden van die verzilting, met stukken grond waar niks meer op wilde groeien. Vanuit Deltares is er al langer onderzoek naar hoe de ‘zandige’ eilanden wereldwijd gevoelig zijn voor klimaatverandering. Zo begon het balletje te rollen en hebben we partijen bij elkaar gebracht.’
Microkosmos
‘Van Hall Larenstein introduceerde het Living Lab, een samenwerkingsvorm waar wij graag mee werken. Hier vindt onderzoek en innovatie gelijktijdig plaats en laten we de mensen uit de praktijk samen met de kennisinstituten en overheden optrekken, zodat er een gemeenschappelijke basis van begrip ontstaat. We brengen de partijen met elkaar om tafel en delen de problemen, inzichten en oplossingen. Terschelling is een microkosmos - een reageerbuisje voor andere eilanden - waar de ruimte beperkt is en waar tegenstelde belangen zijn in de strijd tegen de klimaatverandering. Deltares en WUR brengen kennis in en het voordeel daarvan is dat wij onafhankelijke partijen zijn. Onze kennis is niet gekleurd en dat wordt ook zo door anderen geïnterpreteerd. Met deze kennis, ondersteund door het klimaatmodel, kunnen we gezamenlijk de discussie opstarten welke maatregelen effectief zijn. We kijken bijvoorbeeld naar nieuwe grassoorten die beter tegen de verzilting kunnen. We doen berekeningen voor stakeholders om hun eigen functie te verbeteren. Zo maken we het plaatje compleet van wat er zich afspeelt op Terschelling.’
Insecten als graadmeter
Onder in Midsland bij de Waddendijk op Terschelling doet Luuk Bruinier, student aan de hogeschool Van Hall Larenstein, onderzoek naar de insecten op Terschelling. Insecten zijn een goede graadmeter voor de leefbaarheid en daarmee biodiversiteit in een gebied...
Insecten als graadmeter
Onder in Midsland bij de Waddendijk op Terschelling doet Luuk Bruinier, student aan de hogeschool Van Hall Larenstein, onderzoek naar de insecten op Terschelling. Insecten zijn een goede graadmeter voor de leefbaarheid en daarmee biodiversiteit in een gebied. De beestjes zelf zijn voedsel voor de vogels of zorgen voor bestuiving. Kruipende insecten zijn ook belangrijk voor een gezonde bodem. Bruinier vangt vliegende insecten met een plakval en de kruipende met een potval. In twee weken haalt hij zo’n 5000 insecten uit de potvallen en 13.000 van de plakvallen. Die vallen worden op verschillende momenten in het seizoen neergezet. De vallen staan op drie percelen; twee waarvan het waterpeil omhoog wordt gezet, en een referentieperceel waar alles blijft zoals het is. De grote vraag is natuurlijk wat het omhoog zetten van de waterpeilen betekent voor het aantal en de biomassa van de insecten. Kortom, wat heeft het op deze manier tegengaan van verzilting voor een effect op de biodiversiteit
De studenten en medewerkers van Van Hall Larenstein blijven insecten vangen tot maart 2026. De uitkomsten worden dan gepubliceerd op de website Toekomstperspectief Terschelling.
Tot nog toe heeft Bruinier twee bijzondere vangsten op Terschelling gedaan. In een potval zat een bronzen priemkever en die was nog nog maar een keer eerder op Terschelling gevangen, overigens in dezelfde proef. Op zijn plakvallen zaten meerdere moshommels. Deze hommels zijn in de rest van Nederland zeldzaam.
Klimaatmodel
Momenteel vinden er veldproeven plaats en monitoring van het grondwaterpeil en de verzilting. ‘Een van de doelen van de provincie is dat we scholieren en studenten betrekken bij het Waddengebied. Studenten van het Van Hall Larenstein doen onderzoek op het eiland.’ Deltares heeft inmiddels een klimaatmodel ontwikkeld, dat inzicht geeft in de effecten van de klimaatverandering. Terschelling fungeert daarbij als een soort van proeftuin, want de uitkomsten zijn ook voor de andere eilanden interessant. ‘Vlieland en Schiermonnikoog zijn nog helemaal zelfvoorzienend op het gebied van water en willen dat zo houden. Zij kampen met soortgelijke problemen en willen gebruik maken van de ervaringen van Terschelling voor een integraal watersysteem dat toekomstbestendig is.’
Vince Kaandorp
Grondwaterexpert Deltares